Kindermishandeling is een onderwerp dat vaak in de doofpot wordt gestoken, zeker in België. Het is een moeilijk thema en de meningen erover zijn enorm uiteenlopend. Wat de ene als (kinder)mishandeling ervaart, vindt een ander normaal. Toch is zo een gedrag niet normaal en moet er aandacht aan gegeven worden. Ikzelf was het slachtoffer van een gewelddadige vader en draag daar tot op heden de littekens van mee.
In deze blogpost stel ik mezelf heel open naar jullie toe en het typen van dit verhaal brengt verdomd veel ongemakkelijke gevoelens naar boven. Maar als ik er niet over praat, wie gaat het dan wel doen?
Mijn vader komt uit een agressief gezin en ik denk dat hij daarom zo geworden is. Zijn bedoeling was om mijn zus en mij op te voeden met de ijzeren hand (neem dat maar letterlijk). Van zodra we op de wereld werden gebracht, waren we dus gedoemd. Mijn vader is een opvliegend en licht ontvlambaar persoon. Van zodra mijn zus en ik iets deden dat hem niet aanstond, kregen we de volle lading over ons heen.
Enkele gebeurtenissen:
- We zaten aan de eettafel en ik spuugde mijn speen voor de zoveelste keer uit (kinderstreken of gewoon lastig?). Daardoor werd het geduld van mijn vader op de proef gesteld en explodeerde hij. Hij trok me uit mijn kinderstoel, maar hield geen rekening met het feit dat één beentje vast bleef steken aan het tafeltje. Al roepend schudde hij me door elkaar waardoor mijn beentje brak.
- Ik had iets misdaan waardoor hij wederom kwaad werd en besloot van me tegen de muur te smijten. Hier heb ik een litteken op mijn voorhoofd aan overgehouden. Ik was toen 2 à 2,5 jaar oud.
- ’s Nachts mochten we niet opstaan om naar de wc te gaan, we moesten het maar ophouden tot de volgende ochtend. Wanneer ik op de grond plaste in mijn kamer, wreef hij mijn hoofd in die plas waardoor er wondes ontstonden op mijn gezicht.
- We kregen geen gsm thuis, dus wanneer mijn zus ééntje kreeg van mijn grootmoeder en deze mee naar binnen smokkelde, brak hij deze voor de ogen van mijn grootmoeder in tweeën.
- Wanneer we een slecht rapport hadden nam hij de radio, TV en vrije tijd af en sloot ons op in elk onze eigen kamer (Oh wee als we bij elkaar op de kamer glipten!).
- Ik zag mijn zus in een hoekje gedreven worden terwijl mijn vader haar 100’en verwijten naar haar kop smeet en haar uitdagend wegduwde. Tevergeefs probeerde ik tussenbeide komen, maar hij eiste dat ik de kamer verliet en naar TV ging kijken.
Klein klein meisje.. waarom ben je toch zo bang?
Vanaf de kleuterklas kregen de leerkrachten en het Centrum voor Leerlingen Begeleiding het gevoel dat er iets niet spoorde bij me thuis, want ik stond onder de blauwe plekken en dook ineen van zodra er een vinger uitgestoken werd in mijn richting. Mijn school schakelde de politie in en op een dag vielen deze thuis binnen toen mijn zus en ik in ons bedje lagen te slapen. Ze sloegen mijn beide ouders in de boeien en namen ons mee naar het kinderziekenhuis. De bedoeling was om ons apart in een pleeggezin te plaatsen, maar beide grootouders besloten om elk een kind in huis te nemen tot de tijd rijp was. En zo werden we na enkele maanden weer thuis gebracht. De hel kon weer losbreken..
De jaren die volgde kregen we beide meer slaag en straf. Ik was echt bang om naar huis te gaan, zeker wanneer ik een slecht rapport had op school. Dan waren de straffen dubbel zo erg en durfde mijn vader ons voor enkele dagen te negeren. Op een gegeven moment waren mijn beide ouders zo kwaad op mijn zus en mij en eisten dat we ze aanspraken met ‘mevrouw’ en ‘meneer’.
De thuissituatie was verre van aangenaam en ik wenste regelmatig dat ik dood was. Wanneer ik kon, stortte ik mijn hart uit bij de ouders van mijn moeder. Zij begrepen me en luisterden ook, want ze hadden zelf de terreur van mijn vader meegemaakt en koesterden ook haat tegen hem, want hij had hun prachtige dochter veranderd in de negatieve zin.
In mijn puberjaren begon ik te rebelleren en verzette ik me tegen de kindermishandeling en de agressie van mijn vader. Ik werd zelf agressief en durfde regelmatig te vechten met hem. We hielden ook ‘roep battles’ waarbij de ene de andere probeerde te overtreffen in stemvolume.
Zo komen we bij de volgende gebeurtenis die me tot op de dag vandaag achterna volgt:
Ik verzette me tegen de ijzeren hand en regels van mijn vader, waardoor hij natuurlijk nòg bozer werd. Hij begon te roepen en smeet beledigingen naar mijn hoofd (zoals bv. hoer en trut) waarop ik hem terug uitmaakte. Soms liep het zo uit de hand dat hij naar mijn keel greep en me tegen de muur plakte. Ik sloeg dan in paniek en bracht uit zelfverdediging een krab aan net onder zijn oog of vocht terug. Wanneer hij me los liet, dreigde hij van de politie te bellen, wat vervolgens ook gebeurde. Ondertussen probeerde ik weg te lopen via de garagepoort, maar hij was me voor en sleurde me aan mijn haren mee naar de keuken. Daar ging ons gevecht verder tot in de woonkamer. Hij deed me opnieuw pijn waarop ik naar zijn kruis greep en goed kneep met mijn nagels. Dit was dé trigger, want vervolgens smeet mijn vader me op de grond en hield me in een Judo-wurggreep. Daardoor kon ik niet meer ademen en smeekte tussen mijn tranen door van me los te laten. Mijn moeder stond er gewoon op te kijken, maar probeerde niet te helpen. Mijn zus wou tussenbeide komen, maar kon niks doen en nam enkel mijn hand vast om me toch te kunnen “steunen”.
Net voor de politie arriveerde liet mijn vader me los. Eens de agenten in de woonkamer stonden liep ik al huilend in hun armen en smeekte ik om me hier weg te halen.
Een instelling als nieuwe thuis
Vele maanden later (op mijn 15 jaar) ging ik naar een open instelling, dit zou mijn nieuwe thuis worden. In het begin wou ik dat niet, want een instelling leek me een vies/ eng iets. Na enkele weken voelde ik me er toch thuis, want ik werd hier begrepen en kende geen kindermishandeling meer. De begeleiders en psychologen luisterden naar mijn verhalen en troostten me zoveel ze konden. Mijn medebewoners waren ook kinderen die kwamen uit soortgelijke situaties, bij hun kon ik ook veel steun vinden.
In het weekend mocht ik wel naar huis gaan, maar ik heb verschillende weekends doorgebracht in de instelling zelf omdat ik niet wou terugkeren naar de hel (lees: naar huis).
Dankzij deze instantie kon ik via Begeleid Zelfstandig Wonen op mezelf gaan wonen van zodra ik 18 jaar was. Die kans nam ik met beide handen en zo startte ik met mijn zelfstandige leventje.
De jaren die volgde had ik een ongemakkelijke relatie met mijn ouders, want mijn vader bleef me manipuleren en vernederen. Zo gebeurde het dat ik het contact met mijn ouders voor enkele maanden verbrak, om dat nadien terug op te nemen. Jammer genoeg veranderde mijn vader niet en besloot ik opnieuw het contact te verbreken. Deze vicieuze cirkel ging door tot november 2017, maar dan was ik het gewoon kotsbeu en keerde ik hun de rug toe. Ik ben mijn ouders hun mentale wreedheid zat!
En mijn moeder?
Zij deed gewoon mee met het spelletje van mijn vader en geeft me niet de indruk dat ze iets om me geeft.
Daarnaast gaf ze ook niet om onze gezondheid, want we kregen regelmatig een lunchpakket met beleg dat over tijd was (denk aan grijzig gehakt i.p.v. een mooi roze gehakt) mee naar school. We mochten ook maar 1x/ week in bad gaan waardoor we rondliepen met vettige haren en erdoor gepest werden (iets met: water is véél te duur). En wanneer we buiten speelden mochten we niet naar binnen komen om te plassen of om water te drinken.
Vanaf mijn 16 jaar stuurde ze mijn zus en mij vanaf 9u ’s ochtends op straat omdat “ze niet thuis was” of ons gewoon weg wou. We mochten pas thuiskomen vanaf 18u30 (mijn zus) en 22u (ik).
En het ergste van al? Ze heeft ons ook aangeraakt en zette zelfs haar nagels tot bloedens toe in onze oren, armen of benen. Daarnaast herhaalde ze regelmatig haar lijstje met wie de belangrijkste huisbewoners zijn:
- papa
- chinchilla’s (huisdieren)
- zichzelf
- de kinderen
Ik ben het zat.
Oké, ik was misschien niet bepaald een braaf kind, maar toch vind ik dat mijn ouders het anders konden aanpakken. Als baby had ik totaal geen besef van wat er allemaal gebeurde en zat ik nog in de ontdekkingsfase van mijn leven. De jaren dat daarop volgden kende ik gewoon niet anders dan geweld en geroep, maar van zodra mijn klasgenootjes en leerkrachten bezorgd werden wist ik dat er iets mis was. Het probleem lag niet alleen bij mezelf en kindermishandeling kan alleen maar gestopt worden door één persoon: de beul zelf.
Deze gebeurtenissen hebben er onder andere voor gezorgd dat ik in 2015 helemaal brak en in een depressie terecht kwam, één van de donkerste periodes in mijn leven. Tot op heden kan ik mijn ouders niet vergeven voor wat ze met mij gedaan hebben.
In 2017 vertelde ik hen hoe ik me voelde en dat zij één van de aanleidingen waren voor mijn depressie, maar ze staken de schuld op hun opvoeding en ouders. Uiteraard veranderde hun manier van doen niet en boekte onze relatie geen vooruitgang. Eind vorig jaar dacht mijn vader mij en mijn zus te manipuleren waarop ik besloot mijn rug te keren naar deze mensen. Ik probeerde mijn zus te overtuigen om zich te verzetten, maar ze antwoordde me: “Ik durf alles, behalve dit.“. Hierdoor weet ik dat zij nog steeds bang is van mijn vader, maar toch niet zonder hem kan.
Hebben jullie ook zo een situatie – of iets gelijkaardig – meegemaakt? En wat is jullie mening over huishoudelijk geweld en kindermishandeling?
Bedankt dat jullie de tijd namen om dit artikel te lezen. Als je hier meer vragen over hebt of zelf je verhaal met me wil delen, kan je me altijd een berichtje sturen via het contactformulier, Instagram of Facebook.
Liefs,
Debby ♥